- De prijs van grondstoffen in de industrie is flink opgelopen.
- Het grootst waren de prijsstijgingen in de olie-industrie.
- Ondertussen is de stemming onder ondernemers in de Nederlandse industrie in december wat minder positief geworden.
- Lees ook: Nederlandse industrie verhoogt verkoopprijzen om hogere kosten van materialen en energie te compenseren.
Door de grote vraag naar grondstoffen lopen de prijzen in de Nederlandse industrie steeds verder op. In november lagen de industriële prijzen ruim 20 procent hoger in vergelijking met diezelfde maand vorig jaar.
De toegenomen vraag komt door het wereldwijde economisch herstel na de coronacrisis, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag.
Ondertussen is de stemming onder Nederlandse ondernemers in december iets minder positief geworden, nadat in november nog een piek in het vertrouwen werd gemeten, signaleert het CBS.
De oplopende prijzen zijn in alle takken van de industrie terug te zien, maar zijn het sterkst zichtbaar in de olie-industrie. Daar waren producten afgelopen maand bijna 93 procent duurder dan in november 2020.
Ook in de chemische industrie, waar veel olie wordt gebruikt, stegen de prijzen hard. Op jaarbasis werden producten van deze bedrijfstak vorige maand 45,6 procent duurder.
De ontwikkeling van de afzetprijzen in de industrie hangt volgens CBS sterk samen met de sterke prijsontwikkeling van ruwe aardolie.
In november kostte een vat Brentolie gemiddeld bijna 71 euro. Dat was ruim 90 procent meer dan een jaar eerder. Destijds lagen de olieprijzen namelijk nog erg laag doordat lockdowns de vraag naar bijvoorbeeld benzine of kerosine drukten. In oktober 2021 was de prijs gemiddeld van een vat olie gemiddeld 72 euro, wat ruim het dubbele was van oktober 2020.
Op maandbasis namen de afzetprijzen van de industrie in november met 0,7 procent toe. De prijzen op de binnenlandse markt stegen met 1,2 procent. Op de buitenlandse markt ging het om een toename met 0,4 procent.
Vertrouwen ondernemers industrie neemt af
Vooral over de verwachte bedrijvigheid en hun voorraden zijn de ondernemers minder positief, stelt het CBS. Ook het oordeel over de orderpositie was minder positief. De graadmeter waarop het statistiekenbureau zich baseert daalde van 12,7 in november naar 10,2 in december.
Het producentenvertrouwen ligt nog altijd wel ruim boven het langjarig gemiddelde van 0,7. Tegenover de recordstand van vorige maand staat het dieptepunt van april 2020. Toen werd een stand van min 28,7 bereikt.
In meer dan de helft van de branches in de industrie nam het vertrouwen deze maand af. De sterkste daling werd gemeten in de voedings- en genotmiddelenindustrie. De ondernemers in de elektrotechnische en machine-industrie waren net als de afgelopen paar maanden het positiefst.
De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie nam in oktober met 9,9 procent toe in vergelijking met dezelfde maand een jaar eerder. Dat was in november nog 11,6 procent op jaarbasis.
Het vertrouwen in de Duitse productie, een belangrijke afzetmarkt voor Nederland, nam iets toe. De voorbije vijf maanden oordeelden ondernemers juist negatiever over de huidige economische situatie. Duitse ondernemers waren vooral optimistischer over de verwachte bedrijvigheid. Over de huidige bedrijvigheid waren ze minder te spreken.